De zee- en surfvoorspelling voor de regio Zürich toont alle belangrijke informatie over het weer op zee. Of het nu om golfhoogte, golfperiode of windsnelheden gaat, met onze maritieme weersverwachting vind je de beste surfspot of het beste zeilweer. Alle meteogrammen hebben betrekking op de komende zes dagen, met een uurlijkse tijdsresolutie. Gebruik het meteogram samen met onze weerkaarten om de beste plek te vinden.
Windsnelheid en windstoten
Het eerste meteogram toont de gemiddelde windsnelheden op 10 en 80 meter boven het oppervlak. Daarnaast worden de windstoten weergegeven. Het is belangrijk om altijd rekening te houden met windstoten, omdat deze 30-50% boven de gemiddelde windsnelheid kunnen uitkomen en bovendien uit iets andere richtingen kunnen komen. In het algemeen correleren windsnelheid en significante golfhoogte met elkaar, wat betekent dat hoe sterker de wind, hoe hoger de golven. Verder geven de pijlen telkens aan uit welke richting de wind waait. Controleer de windcondities voor jouw surfspot op onze windvoorspellingskaart.
Neerslag
Het tweede diagram geeft de hoeveelheden neerslag weer en vat de weersomstandigheden grafisch samen met pictogrammen. Deze tonen zonneschijn, bewolking, neerslagtype, intensiteit en onweer voor de in de verwachting genoemde periode. Heb je nauwkeurigere informatie over de neerslag nodig, bekijk dan onze neerslagkaart of onze weerradar.
Swellgolf- en windgolfhoogte
De derde grafiek toont de verschillende golfhoogten en richtingen.
De windgolfhoogte wordt in lichtblauw weergegeven. Dit zijn de golven die door de lokale winden rond de locatie zijn opgewekt.
Groen-blauw geeft de zogeheten swellhoogten weer. Swells zijn golven die ver van de lokale wateren zijn ontstaan. Deze golven kunnen ver op zee ontstaan en vervolgens honderden kilometers afleggen voordat ze uiteindelijk als \"surf\" aan de kust aankomen.
De significante golfhoogte (donkerblauwe lijn) is het gemiddelde van de grootste 33% van alle golven (inclusief wind- en deininggolven) in een bepaald zeegebied en tijdsperiode. Dit is de hoogte die een ervaren waarnemer zou rapporteren. Omdat het een gemiddelde is, kunnen grotere golven (zie Rogue Waves) deze waarde overschrijden.
De pijlen geven de richting aan waarin de golven zich voortbewegen. Raadpleeg onze golfkaarten om de beste spot te vinden.
Primaire golf- en deiningperiode
De laatste tabel toont de golf- en deiningperiode. De periode wordt in seconden weergegeven. Het getal geeft aan hoeveel tijd er verstrijkt tussen de piek van de eerste golf en de piek van de tweede golf. In het algemeen geldt: hoe langer de intervallen tussen de golfpieken, hoe regelmatiger en krachtiger de golven de kust zullen bereiken. Gebruik onze golfperiodenkaarten om de beste spots te vinden.
Beste weersomstandigheden voor surfers
Snelle blik op de surfcondities (beginners):
- Significante golfhoogte maximaal 1,5 meter
- De windsnelheid mag maximaal 40 km/u zijn.
- Ideaal gezien stabiliseren matige aflandige winden de golven, terwijl bij aanlandige winden de golven en het water chaotisch worden.
Windconditie
De belangrijkste factor voor golfvorming is de wind. Wanneer de wind in contact komt met het water, veroorzaakt hij een beweging van waterdeeltjes (schuifspanning). Deze deeltjes blijven elkaar vervolgens voortstuwen. Als vuistregel geldt: hoe groter het oceaanoppervlak en hoe sterker de wind, hoe groter de golven.
Afhankelijk van de windsnelheid krijgen golven verschillende snelheden. Wanneer snellere golven een langzamere voorafgaande golf inhalen, kunnen overlappende golven ontstaan en mogelijk ook de zogenoemde rogue waves.
Zodra een grote golf een steil oplopende zeebodem ontmoet, kan het gebeuren dat de golf plotseling voorover breekt en zo de beroemde \"tube\" vormt.
Een ander essentieel punt zijn de aflandige en aanlandige winden. Deze geven de respectieve richting van de wind aan de kust aan. Aanlandig is de wind die van zee naar het land waait, aflandig is de wind die van het land naar zee waait. Sterke aanlandige winden kunnen hoge golven veroorzaken die op de kust breken, terwijl aflandige winden bijna geen golven nabij de kust veroorzaken.
Ervaren surfers kunnen genieten van situaties waarin er enkele dagen lang sterke aanlandige wind heeft gewaaid, die vervolgens wordt vervangen door een lichte aflandige wind: onder deze omstandigheden zorgen lange deininggolven voor (relatief veilige) pret.
De actuele condities vind je op onze windkaart.
Golfperiode en golfkwaliteit
De golfkwaliteit hangt samen met de golfperiode. Hoge golven met een korte periode (minder dan 10 seconden) zijn doorgaans steil en veroorzaken heftige brekers in ondiep water. Korte periodes zijn typisch voor windgolven, die worden gegenereerd door actieve winden in het gebied.
Golven die geschikt zijn om te surfen hebben doorgaans een lange periode, zoals over het algemeen het geval is bij deininggolven.
Voor goede surfomstandigheden is daarom een langere periode te verkiezen.
Beste weersomstandigheden voor zeilers en boten
De belangrijkste factoren voor boten en zeilers zijn wind, golven en de stormwaarschuwingen (zie onze waarschuwingskaart). Golven vormen een storende factor en moeten in het ideale geval zo laag mogelijk zijn om een rustige zee te garanderen. We bekijken daarom nu de belangrijkste factoren om het beste zeilweer te herkennen.
Ideale omstandigheden voor beginners:
- Windsnelheid tussen 2-3 Bft (4-10 kn). Bij deze windsnelheid zijn manoeuvres gemakkelijk uit te voeren en worden fouten vergeven.
- Significante golfhoogte 0 tot 1 m
Ideale zeilomstandigheden voor ervaren zeilers:
- Windsnelheid tussen 4-5 Bft (10-21 kn). Bij deze windsnelheid vergen manoeuvres meer kracht en betere coördinatie om schade en letsel te voorkomen.
- De significante golfhoogte ligt tussen 1 en 2 meter en golven kunnen onder bepaalde omstandigheden breken.
Wind
Wind vormt de voornaamste voortstuwing voor een zeilboot en is daarom de eerste meteorologische variabele waarmee een zeiler rekening houdt.
Te weinig wind (of helemaal geen wind) dwingt zeilers om de motor te gebruiken (wat leidt tot onaangenaam “motorvaren”) of om gewoon te wachten tot de wind aantrekt.
Het eerste dat een zeiler probeert te verzekeren bij het plannen van een recreatieve zeiltocht is daarom de aanwezigheid (en bestendigheid) van minstens 5 kn wind gedurende de volledige geplande duur van de tocht.
Windcondities tussen kracht 3 en 5 op de Beaufortschaal (7-21 kn) zijn doorgaans beheersbare en aangename omstandigheden voor de gemiddelde zeiler, al wordt het daadwerkelijke comfort van de zeiltocht ook bepaald door de windrichting ten opzichte van de gewenste bestemming en de golven.
Sterkere wind vraagt om een zorgvuldige beoordeling en de nodige zeilervaring. Naarmate de windsnelheid toeneemt, komt er immers meer druk en belasting op de zeilen en de uitrusting: manoeuvres worden moeilijker uit te voeren en fouten kunnen ernstige schade en/of letsel veroorzaken.
Een andere belangrijke factor is de stootwind en de masthoogte: windstoten kunnen 30 tot 50% sterker zijn dan de gemiddelde windsnelheid en de keuze van de zeilen moet daarop worden afgestemd. Bovendien is voor een zeilboot de relevante windsnelheid die op 10 m hoogte, maar boten met hogere masten moeten rekening houden met hogere snelheden: bij een mast van 15-20 m moet nog eens 10 tot 20% worden opgeteld bij de voorspelde gemiddelde windsnelheid op 10 m.
Het is altijd verstandig om de officiële zeebulletins en weerwaarschuwingen voor het betreffende gebied en de naburige zones te raadplegen, om te voorkomen dat u op zee in gevaarlijke omstandigheden terechtkomt.
Golven
De significante golfhoogte dient als goede referentiewaarde en oriëntatie. Ze vertegenwoordigt de gemiddelde golfhoogte, van dal tot top, van het hoogste derde deel van de golven.
Voor golven zijn niet alleen de hoogte maar ook de periode belangrijk. Hoe langer de periode, des te minder steil de golf is. Hoge golven met zeer lange periodes kunnen soms soepel onder de boot doorgaan, wat ideale surfomstandigheden oplevert. Hoge golven met een korte periode worden snel onaangenaam en steil en kunnen gevaarlijk zijn als ze breken.
Wanneer de wind lange tijd uit dezelfde richting waait, blijft de golfrichting doorgaans constant en is hun hoogte evenredig aan de afstand waarover de wind ongestoord over zee heeft kunnen waaien ("fetch"). Bij plotselinge veranderingen in windrichting kan echter het zogenoemde "cross sea" optreden. De golven komen dan uit twee richtingen: uit de eerdere windrichting en uit de nieuwe, wat leidt tot een ruwe, verwarde zee.
