We hebben de weersomstandigheden op de locaties van de Olympische Winterspelen van 2022 onderzocht en vergeleken met die op eerdere wintersportlocaties sinds 1994, zoals Innsbruck (1964, 1976), een typische alpiene locatie. We hebben Turijn (2006), Vancouver (2010) en Pyeongchang (2018) niet meer in detail onderzocht omdat deze steden buiten de wintersportgebieden liggen en hun wedstrijdlocaties meer verspreid waren.
1. Winterklimaat van Beijing, Zhangjiakou, Yanqing Xian berekend aan de hand van het 10-jarig gemiddelde van 2011-2020 voor december tot en met maart:
- De gemiddelde wintertemperatuur in de Olympische stad Beijing bedraagt -0,5 ºC, wat niet laag genoeg is om de wintersport vlot te laten verlopen. Dit was ook het geval op de meeste van de vorige locaties.
- Daarom worden de meeste wedstrijden gehouden in het bergachtige gebied ten noordwesten van Beijing. In Zhangjiakou, waar de Noordse ski- en biatlonwedstrijden worden gehouden, is de gemiddelde temperatuur al een winterse -6,3ºC, en in Yanqing Xian, de plaats waar alpineskipistes en de rodelbaan worden gehouden, is het -4,3ºC.
- Met een gemiddelde van 15 km/u is de windsnelheid in Zhangjiakou beduidend hoger dan op de twee andere wedstrijdlocaties. Aangezien in Zhangjiakou ook aan schansspringen wordt gedaan, zouden deze wedstrijden kwetsbaarder kunnen zijn.
- Door een sterk koud hoog boven Siberië in het winterhalfjaar bereiken in de winter overwegend koude, droge noordwestenwinden het noordoosten van China. Deze droge luchtmassa's zorgen ervoor dat er op alle wedstrijdlocaties weinig sneeuw valt en dat kunstsneeuw maken, om de wintersportactiviteiten in stand te houden, behoorlijk lastig is.
2. Vergelijking met 5 vorige locaties op een 10-jarig gemiddelde (2011-2020) voor december tot maart:
- Sotsji (Olympische stad 2014) valt op door zijn hoge gemiddelde wintertemperatuur van 7,5 ºC. Dit kan worden verklaard door de directe ligging van het "wintersportoord" aan de Zwarte Zee.
- Lillehammer, de locatie van 1994, is met -3,7 ºC de enige stad waar het 10-jarig gemiddelde in de winter permanent onder 0 ºC ligt.
- Innsbruck (Olympische Spelen 1964, 1976) en Salt Lake City (Olympische Spelen 2002) vallen vooral op door hun hoge gemiddelde windsnelheden. Sporten zoals schansspringen of biatlon komen daardoor in gevaar, aangezien hun tijdschema's afhankelijk zijn van de windsnelheid.
- Sneeuwhoeveelheden zijn moeilijk te vergelijken, omdat ze in bergachtig terrein over kleine gebieden aanzienlijk kunnen veranderen. Wij gebruiken hier modelgegevens van ERA5, die de gemiddelde hoeveelheden uit het gebied weergeven. De hoogste gemiddelde sneeuwvalhoeveelheden zijn geregistreerd in Nagano (Olympische stad 1998) met meer dan 3 meter. Innsbruck en Lillehammer bereiken 135 en 102 cm, Salt Lake City 67 cm. Sotsji bereikt ook ongeveer 80 cm, maar dit smelt snel weg in de stad zelf door de invloed van de zee.
- De vergelijking van de maandelijkse sneeuwhoeveelheden is berekend met lokale modellen, die de dagelijkse sneeuwval beter weergeven: hieruit blijkt dat alleen Nagano en Lillehammer op een permanent sneeuwdek kunnen rekenen.
De Olympische stad Beijing van dit jaar vertoont vanuit klimatologisch oogpunt geen significant slechtere meteorologische omstandigheden dan de vorige Olympische steden. Met uitzondering van de hoeveelheid sneeuw die valt, ligt Beijing binnen het gemiddelde van de andere gaststeden. Vanuit klimatologisch oogpunt is het dus slechts iets minder geschikt dan vorige locaties wat de hoeveelheid sneeuw betreft.
U kunt de actuele omstandigheden voor Beijing, Zhangjiakou en Yanqing Xian rechtstreeks bij ons volgen.
